zaterdag 28 februari 2015

Noord en Zuid in de Kop van Noord-Holland

Vrijdag 27 februari 2015: vandaag besluiten we op bezoek te gaan in Den Helder en op de weg ernaartoe te gaan twitchen. Ik ben weliswaar geen lijstjesvogelaar, maar als je er toch langs komt kun je net zo goed even stoppen. Bovendien is het een heerlijke dag.
De Hondsbossche zeewering is onherkenbaar. Waar je vroeger van het talud af, over het fietspad heen meteen op het minieme strandje stond, tussen de strekdammen waar de steenlopers zich te goed deden aan de mosselen, moet je nu over een met helm ingeplante duinenrij afdalen naar een breed strand. Het is even lopen voordat je bij het water bent. Het wrak van het Engelse slagschip de Prince George dat er in 1921 gestrand is en bij eb te zien was, ligt nu onder grote hoeveelheden zand, net als de pieren. De zandsuppletie nadert zijn voltooiing, van Camperduin tot Petten liggen weer duinen. Op de trappen bloeit het Klein Hoefblad.
In het water van De Putten huizen honderden Wulpen.
Na St. Maartenszee zet ik de auto achter een hele rij, in de berm tussen duinen en bollenland. Geelgorzen, en als we geluk hebben de Dwerggors. We hebben te weinig tijd voor geluk, maar de Geelgorzen op trek komen mooi op de foto. Ik ken deze vogels alleen uit het oosten en zuiden van het land.
In Callantsoog komen noord en zuid bij elkaar. In een perkje bij de vijver ligt een Roze pelikaan, een echte, die op een reis door Europa hier voldoende vis vond om te blijven, en in de tuintjes van de aanpalende woningen zwerft een Siberische braamsluiper die zich voedt met wat de mensen zoal ophangen. Zijn heldere oog hoeft niet lang te speuren, aan elke struik hangt een net pinda's of een vetbol.
Mijn plan om E. de Pestvogels te laten zien mislukt, zowel in Julianadorp als in Den Helder kan ik ze niet vinden. Een fiets had in Julianadorp uitkomst geboden, want de vogels blijken er later nog wel te zijn, maar om rond te lopen was geen tijd. In Den Helder zijn de vogels gevlogen.

Hondsbossche zeewering, rechts het talud
het nieuwe strand
zandzuiger de Rotterdam
links in zee het wrak van de Prince George. De Hondsbossche zoals hij ooit was
Klein Hoefblad
Wulpen
Geelgors


Roze pelikaan


Siberische braamsluiper

Turkse tortel

woensdag 25 februari 2015

Pestvogels

Woensdag 25 februari 2015: een kwartiertje in de auto en ik ben er, bij de pestvogels. Ze zitten in de kale kruin van een boom en maken belletjesgeluiden. Een mevrouw uit Badhoevedorp is er al drie uur en kan vertellen waar ze vaak zitten. Ik wacht af. Buienradar heeft nog wat zon beloofd maar dat duurt nog even en in de tussentijd maak ik alvast foto's van merel en huismus. En van het groepje pestvogels. Opeens schichten ze alle zeven tegelijk weg, uit zicht. Ik kijk even op en ben net op tijd om een wijfje sperwer te zien langsvliegen, op zoek naar een hapje. Tien minuten later ontwaar ik een pestvogel in de top van een boom honderd meter verderop, hij vliegt even later verder over de achtertuinen van een paar huizenblokken. Als ik hem gevolgd ben hoor ik belletjes in de straat die genoemd is naar Martinus Nijhoff, ik vraag me af of die ooit over pestvogels heeft gedicht. De vogels eten zich rond aan de sierappeltjes die eruit zien als kersen. En dan schijnt de zon.

Huismus

Merel
Pestvogels


Sperwer















Liedje

Er staat in mijn hart een boompje gegroeid,
De wortels zijn bloedig rood,
Maar de bloesems zijn, als het boompje bloeit,
Sneeuwwit langs de tengere loot.

's Nachts droom ik van vogels en laaiend vuur
En hoor verward gekras,
Maar een lied rijst in het morgenuur
Als een feniks uit as.

En van de liefde verbleekt het rood
Tot de smetteloosheid van het kind —
Er is een zuiverheid van de dood
Die reeds in het leven begint.


schrijver
Schrijver: Martinus Nijhoff

zondag 22 februari 2015

Rondje Amsterdam west

Donderdag 19 februari 2015: zo langzamerhand dringt het tot me door: een mens blijft niet eeuwig twintig. Dus een driepootstoeltje en een eenpootstatief in de fietstas gestopt. Gedwongen door wegopbrekingen fiets ik door nauwelijks gekende straten op weg naar het Westerpark. De IJsvogels van de Nemo-tuin op Nut en Genoegen zijn niet aanwezig, maar ik vermaak me met de andere vogels. Op begraafplaats Sint Barbara zit echt helemaal niks, vergeleken met de Nieuwe Ooster is het maar een armzalig zootje. Zand en verzakte straatstenen, door zand besmeurde zerken. Sam Klepper ligt veilig onder gepolijst rood graniet van vijftien centimeter dik. Op de parkeerplaats staan twee net aangekomen busjes, met jonge mensen in landmachtkledij en een andersoortig uniform ernaast. De dode is er nog niet.
Op pijp 8 van de Hemcentrale zit de man Slechtvalk. De wind blaast de uitgebraakte damp snel weg, en daar verschijnt valk twee. Hij blijft sur place hangen op de wind, een mooi gezicht. Op de foto's blijkt het later om Slechtvalkman LU te gaan, geboren op de Hem in 2014 en kennelijk nog niet verhuisd. Er missen een paar handpennen, wellicht is dat de reden voor zijn langere verblijf. Hij wordt gedoogd, en volgens mij krijgt hij zelfs af en toe een prooi van zijn ouders toegespeeld. Ik ben  benieuwd hoe hij zich gaat gedragen tegenover het nieuwe broedsel. Gaat hij meehelpen met de opvoeding?
Na een tocht tegenwinds beland ik bij het Afvalenergiebedrijf. Onderweg heb ik een poosje op mijn stoeltje gezeten om een broodje te eten, toegeroepen door een hardloper: lekker even uitrusten? Ja, fijn even in het zonnetje zitten kijken naar een stelletje Kuifeenden. Als je maar gewoon gaat zitten vluchten ze niet voor je weg. Op het rooster van de nestkast in pijp twee zit vrouw Slechtvalk fors te wezen. Ze springt af en verdwijnt naar zuid. Na een minuut of wat is ze weer terug, zonder prooi, en landt op het dak van de schoorsteen. Het terrein ernaast wordt zo te zien bouwrijp gemaakt, het zal wel goed gaan met de afvalverbranding. De auto's van de werknemers staan nu in de brede berm van de weg, daar waar ik een paar jaar geleden de beschermde Gevlekte rietorchis ontdekte. Tja, de vooruitgang hè.
Via het Geuzenbos, waar ik even ga zitten, onder de nieuwe Westrandweg door naar de Bretten. Ik kom hier nauwelijks meer, te veel herinneringen aan de rust die er eerst heerste. Op het Brettenpad kom ik een groepje Staartmezen tegen, en vóór de wind sjees ik de tien kilometer naar huis.

Boomkruiper met insektje


Grote bonte specht

Kuifeend


Slechtvalk




Torenvalk
Slechtvalk AEB

Staartmees