maandag 31 maart 2014

Korhoen

Zaterdag 29 maart 2014: na een korte nacht, en nog korter omdat vannacht de zomertijd is ingegaan, sta ik om 6 uur naast het bed in hotel De Uitkijk op de Hellendoornse Berg. Om half 7 wandel ik de Nijverdalsebergweg af, op weg naar de baltsende Korhanen op de Haarlerberg. Het is nog fris, maar de zon die als een rood-oranje ballon opkomt belooft mooi weer. Om me heen laten Merel, Zanglijster en Zwarte Mees in het bos hun ochtendzang horen, en zodra ik het open landschap bereik hoor ik Boomleeuwerik, Veldleeuwerik en Roodborsttapuit. Heerlijk! Ik schiet niet erg op. Een vrouw met telescoop heeft de Korhaan al gehoord, en er passeren een stuk of wat mannen met kijkers en statieven. Te langzaam bereik ik het einde van de weg, waar een horde vogelliefhebbers luistert en tuurt, maar het lijkt nu een beetje te laat om het Korhoen nog te horen of te zien. Ik wandel na een aantal praatjes maar door, en hoop op een ontmoeting met het bijna uitgestorven beest zoals vier jaar geleden, toen twee Korhanen langsvlogen.
Om 10 uur haal ik E. op in de hotelkamer, hij moet zijn sokken nog aantrekken. De mevrouw die het ontbijt serveert vraagt belangstellend of ik het Korhoen gezien heb. Nee. 's Middags kom ik op mijn wandeling in Windesheim een Bosuil tegen.

Roodborsttapuit

Kneu
Tjiftjaf
Grote Bonte Specht
Gaai
Bosuil



donderdag 27 maart 2014

De Biesbosch

Dinsdag 25 maart 2014: zonder last te hebben van de wegafsluitingen of files in verband met de Nucleaire Top kom ik 's ochtends al vroeg bij T. in Werkendam. Het is prachtig weer om te gaan varen, zonnig en windkracht 2. Omdat de boot gezonken is geweest kost het boswachter TM enige moeite en een telefoontje om te starten en een piep weg te krijgen, maar daar gaan we dan. Na vijftig meter liggen we motorloos in de oever. Omdat ik toch niet kan helpen kijk en luister ik naar de tjiftjaffen en Cetti's zanger. Wat een rust.
Nu gaan we echt. Tussen riet en wilgenbossen door varen we kriskras door de Biesbosch, brede wateren wisselen smalle kreken af. Het water staat laag en af en toe zitten we aan de bodem. Omdat vogelen voor een groot deel luisteren is zet TM de boot in de smallere vaarwegen op de elektrische stand en fluisterstil drijven we verder. We horen een Blauwborst maar ontdekken hem niet. Meerkoeten vechten om een territorium, wat nauwelijks te snappen is als je ziet hoe groot de Biesbosch is. Een vrouw Grote Zaagbek zwemt eenzaam langs een oever. Diverse IJsvogels scheuren over het water. De Zeearend broedt op haar nest, hoeveel eieren er zijn weet TM niet, niemand heeft gekeken. Het is een enorm nest en om straks de jongen te kunnen ringen moet iemand over bergbeklimmerskwaliteiten beschikken, TM doet het in ieder geval niet. We leggen aan en sluipen een dijk op om in een plas-dras gebied te kunnen kijken. Grote groepen Wintertalingen en Slobeenden zwemmen rond, tientallen Pijlstaarten zien we en nog een paar Smienten, Scholeksters en Kuifeenden. Twee Bergeenden krijgen het aan de stok met één andere. Af en toe gaat een wolk vogels de lucht in, om onduidelijke redenen want we ontdekken geen roofvogels. Een groepje jonge Hooglanders vertrapt de dijk. Op de terugweg komen we J. tegen die de kuddes in het gebied beheert en te hard vaart omdat hij grote afstanden af moet leggen. Zijn lach schalt over het water. Aan boord staat een emmer brokjes, gras is kennelijk niet voldoende. De laatste Brilduikers vliegen op, en de zoveelste Buizerd zit op een tak, er wordt maar matig gevlogen.
In polder Hardenhoek leert T. wat Rietgorzen zijn.

Brilduikers


Grote Zaagbek

IJsvogel

Kuifeenden



Bergeend, Scholekster, Pijlstaarten, Slobeend, Zilvermeeuw



Haarlemse beroemdheden

Woensdag 26 maart 2014: afgelopen week ben ik er al twee keer geweest, maar vanuit Bloemendaal is het zo dichtbij dat ik ook vandaag de drang niet kan weerstaan: ik ga naar de Bosuiltjes in het Kenaupark in Haarlem. Vandaag schijnt de zon een beetje en zitten de uilen in vriendelijk licht. Ook nu blijven er af en aan mensen staan om te kijken: zij die het weten, en zij die het niet weten. Elk jaar worden de Bosuilen beroemder, ze broeden al jaren op deze plek, midden in de stad waar de bussen met korte tussenpozen onder ze door rijden.
Van de stad fiets ik naar buiten, eerst even langs de straaltoren in de Waarderpolder om naar Slechtvalken te speuren, en daarna naar het broekbosje achter het benzinepompstation bij de Buitenliede. Daar, naast een fietspad, een weg, het benzinestation en de drukke weg Haarlem-Amsterdam en de spoorlijn, broeden sinds 2004 Lepelaars. Ze gebruiken oude nesten van Blauwe reigers, en mengen zich in die kolonie. Waarom de Lepelaars dit lawaaiige punt hebben uitgekozen is me een raadsel, ook al ligt aan beide kanten van de wegen een aantrekkelijk waterrijk gebied.  Vanuit de verte volg ik een jagende Slechtvalk. Na een mislukte poging een duif te vangen cirkelt hij al hoger en hoger tot hij een stip in mijn kijkerbeeld is.
Onderweg door Haarlemmerliede zie ik nog twee Lepelaars overvliegen. Bij Penningsveer zijn de IJsvogels gevlucht voor luidruchtige zaagwerkzaamheden. Hopelijk blijft er nog een overhangende tak voor ze over. Ik doe een nulwaarneming in het Sperwerbosje, waar een auto geparkeerd staat met daarin een paar jongens en meisjes die de rust opzoeken om hem te verstoren, en doe een dubbelwaarneming van Slechtvalken. Het mannetje brengt een prooitje aan, het wijfje komt de kast uit om te eten, de man nuttigt in de top nog een restantje en vliegt dan met een soepele spiraal de kast in, er moet gebroed worden!




Bosuil





Lepelaar



Slechtvalk

donderdag 20 maart 2014

Lente in het Amsterdamse Bos

Donderdag 20 maart 2014: op de eerste dag van de lente is het zomer. Ik spijbel vandaag. Met brood en koffie in de fietstas begeef ik me op pad. Eerst doorzoek ik een hele strook Vondelpark op de aanwezigheid van Bosuilen. Dat ik ze niet vind doet niks af aan mijn plezier. Op mijn dooie akkertje peddel ik naar Het Plateau aan de Koenenkade in het Amsterdamse Bos. Onderweg zet ik mijn krukje al een keer onder de blauwe hemel om bezige Buizerden te volgen en drink het eerste kopje koffie. De vogelwereld jubelt. Op het plateau bel ik een afspraak af en kijk en luister en geniet van de zon. Het geluk is met me als ik net de goede kant opkijk wanneer de Rietgorzen baltsend boven het water vliegen. Mijn vogelmaatje schuift aan en we praten en lachen ons een stuk de middag in. De Haviken werken aan nageslacht en ik fotografeer mijn eerste Dagpauwoog van dit jaar. Tjiftjaffen zijn op hol geslagen.
Het Vondelpark is vol zonnende mensen. Ik tel elf politiemensen, de duizenden mensen zouden eens gek kunnen gaan doen nu de Partij van de Arbeid een historische nederlaag heeft geleden.

Buizerd
Rietgorzen
Tjiftjaf
Havikvrouw
Dagpauwoog

maandag 10 maart 2014

De Middelpolder op een voorjaarsdag

Maandag 10 maart 2014: soms zijn goede voornemens alleen geschikt om ervan af te wijken. Vanochtend sta ik kant en klaar voor de gang naar de sportschool als ik op het nieuws hoor dat er 's middags wat bewolking zal komen. Meteen is het besluit geboren met de camera op de fiets te stappen en zo geschiedt. Eerst naar de Sperwer in het Beatrixpark, die al druk doende is een nieuw nest te bouwen, en daarna samen met mijn fotomaatje naar de Middelpolder, via het landgoedje Wester Amstel waar een Havik de bomen uitvliegt. Vanaf een gietijzeren bankje met het opschrift Metalsur kijken we een poosje uit over de Middelpolder, en drinken koffie uit de thermosfles. De Haviken vinden we een eindje verderop weer terug, samen in een boom, maar aan baltsen doen ze niet. De Kieviten wel. Dat het trektijd is blijkt uit een groep van veertien Ooievaars die over komt, en van zesendertig Wulpen die naar het noorden vliegen. Overal om ons heen vogelgezang, de lente is definitief begonnen.