woensdag 26 november 2014

Turkestaanse klauwier

Maandag 24 november 2014: we zijn op bekend terrein als we het Noord-Hollands duinreservaat inlopen. Jarenlang kampeerden we op Geversduin, dat in de vaart der volkeren mee moest en nu een moderne toegang heeft, met veel bebouwing erachter. Ach, goede oude tijd, ontvangst door begroeide duintjes was lieflijker. Ondanks dat de camping gesloten is lijkt de staf voltallig, en twee personen zijn bezig met onze toegangskaartjes tot het duingebied.
We wandelen langs het zweefvliegveld en kijken even in het Boetje van onze Kees naar wat op de plas zwemt, maar ik wil verder. E. treuzelt bij een groep Boomleeuweriken die op het gras foerageert en ik ga alvast de bocht om, want stel je toch eens voor dat de vogel waarvoor ik kom nu voor het laatst te zien is. Er staan wat mensen, maar de Turkestaanse klauwier is al een poosje niet meer gezien. Heggemussen laten hun schelle piep achter ons horen en ik loop weer terug, want waar rook is is vuur. En jawel, daar suist een vogel de duindoorns uit, landt in een nogal takkerig boompje, duikt naar de grond en vliegt vervolgens naar de rietkraag. De Heggemussen stoppen hun alarm en ik maak foto's van de klauwier in het riet. Later zie ik een dappere Roodborst vlak boven de klauwier in een boom.
Het duinterrein is kaal, een waterzuiveringsgebied, en tot strandpaal 46 zien we dan ook alleen een paar Zwarte kraaien. De groep meeuwen die op het strand zit is toch niet eenvormig. Grote mantelmeeuwen, Zilvermeeuwen, Kokmeeuwen, Stormmeeuwen en ertussenin nog wat Drieteenstrandlopertjes, meer soorten dan je op het eerste gezicht zou denken. Als die groep opeens de lucht ingaat speur ik om me heen, er moet iets aan de hand zijn. Tegen het licht in is niks te zien, maar als we verder lopen en ik opzij kijk zie ik opeens een Jager die met lome vleugelslagen langs de duinenrij naar het noorden vliegt, op zoek naar een meeuw die hij kan dwingen zijn eten uit te braken. Ook kitevliegers zweven langs de duinenrij, de westenwind staat goed.



Boomleeuwerik
Turkestaanse klauwier





Drieteenstrandloper
Stormmeeuw
Middelste jager




Links vrouw Grote zaagbek - Rechts man Brilduiker
Man en vrouw Brilduiker
man Grote zaagbek

zaterdag 22 november 2014

Vaste bezoeker

Vrijdag 21 november 2014: de zon nodigt uit nog even weg te gaan. Op weg naar de Nieuwe Oosterbegraafplaats doe ik nog even park Frankendael aan, om te kijken of de vaste wintergast al gearriveerd is. Uit mijn ooghoek zie ik iets grijzigs over een stukje gemaaid riet lopen, maar mijn aandacht is bij, o wonder, acht kleine eendenpulletjes. Een verrassing in de laatste week van november. Ook de vermoedelijke vader blijft in de buurt van het stel.
Omdat het riet aan de voorkant van de eilandjes hoog is gelaten is het lastig om te ontdekken of ook dit jaar de Waterral aanwezig is, maar ik hoef niet lang te wachten op bevestiging. Ik maak wat foto's en licht een langsfietsende bekende in.
Op de Ooster is het fijn wandelen. Een op een Beflijster gelijkende vrouwtjesmerel graaft zich een weg langs de heggetjes en werkt een zanderige worm naar binnen.

Waterhoen
Waterral


Wilde eend met pullen





Merel

donderdag 20 november 2014

Velduilen

Woensdag 19 november 2014: het is grijs en een beetje mottig weer, met een heel lichte wind uit oost, en vogelmaatje T. en ik bewandelen de pier in voor ons doen redelijk hoog tempo, er is namelijk niet veel om naar te kijken. Hoewel, op het strand ontdekken we een nog niet nader te definiëren vogel, dus dalen we af. Een Rosse grutto blijkt tussen de meeuwen rond te lopen, en ook weer de overwinterende drieteentjes. We klauteren weer omhoog en proberen de Oeverpiepers op de foto te zetten. Er vliegen er wel vijf rond, maar zoals altijd zijn ze schuw. Aan de kop van de pier gaan we koffie zitten drinken, en hopen op iets bijzonders, een jager, of een Jan-van-Gent.T. voert een deel van de sketch - Geen jager, geen neger - op, van Herman Finkers, met het juiste hoge stemmetje.
Terug op het strand besluiten we nog even door de duintjes te lopen, je weet maar nooit. "Oei, een Velduil", juicht vogelmaatje, als hij een uil opstoot uit de vegetatie. Ik kan nog net een paar foto's nemen als de uil al een eind naar noord is. Verspreid lopen we verder, maatje beneden en ik boven langs het duin. En ja, groot geluk, ik stoot ook een uil op, die er als een speer vandoor gaat.


Drieteenstrandloper

Rosse grutto


Noordse kauw

Oeverpieper
Paarse strandloper

Eerste Velduil

Tweede Velduil

IJmuiden revisited

Donderdag 13 november 2014: zal ik naar de zeldzame Bonte tapuit in Zoeterwoude? Ja, ik ben daar gek. Het is prachtig zonnig, en wat is er dan leuker dan een wandeling op de pier van IJmuiden. Een retorische vraag. Met mijn nieuwe camera ga ik op pad.
De luchtmacht is volop aanwezig daar waar hij hoort te zijn, in de lucht zie ik een oud model grijs vliegtuig en een hipper model helikopter. Er zijn mensen zichtbaar achter de raampjes. Vlak voor de ingang van de jachthaven zit de Kuifaalscholver zich te krabben, simultaan met de gewone Aalscholver. Geen kuif te zien want het is geen broedseizoen. Een Zilvermeeuw laat keer op keer vanuit de hoogte een schelp vallen, in de hoop dat hij hem daarna kan kraken en een Winterkoning protesteert tegen mijn aanwezigheid. Ik vind het nog altijd vreemd een Winterkoning of Roodborst aan te treffen op de grens van zout water, maar zelf vinden ze kennelijk wat ze zoeken.
Aan de voet van de duintjes scharrelt een vogel, een Tapuit. Voorzichtig nader ik en maak veel foto's met in het achterhoofd het idee dat het misschien een bijzondere tapuit is, wat later niet zo blijkt te zijn, maar dat weet ik op dat moment niet omdat mijn kennis niet toereikend is.
Plat op zijn buik fotografeert een nogal natte man een groep Drieteenstrandlopers bij de waterlijn. Merkwaardig toch altijd dat de drieteentjes het liefst op één poot opereren. Ze staan op één poot, ze lopen vaak met één poot en gaan met het hupje van één poot op de wieken. Alleen bij het foerageren gebruiken ze er twee, dan zie je ze zich hun benen uit de broek rennen.
Op de pier kom ik bekende R. tegen die er net als ik vaak rondkijkt. Hij vertelt dat er een Kleine burgemeester zit die bijna uit de hand eet. Voorbij de bocht kom ik hem inderdaad tegen, een weinig schuw beest dat zich gewillig laat fotograferen. Op de punt van de pier vertelt een man met camera mij monkelend dat iemand hem attent maakte op de aanwezigheid van een burgemeester, waarop hij vroeg of dat dan de burgemeester van Velsen was. Hij was ten onrechte versleten voor vogelaar. Twee mannen turen naar de overkant, de Noordpier, er vliegt een Kleine jager die helaas in de komende dertig minuten niet in de buurt van de Zuidpier komt. Op een halve kilometer afstand zie ik hem aanvallen ondernemen op meeuwen die kennelijk net hebben gegeten. Het is zijn bedoeling dat ze de vis opbraken, dan kan hij er zelf mee vandoor.
Ik deel mijn kennis van een af en toe langsvliegende Drieteenmeeuw en krijg als ruil het verhaal van een Bonte kraai die nog altijd in IJmuiden zit, plus de navigatiegegevens. Na nog enig oponthoud bij de nu vissende Kuifaalscholver rijd ik naar het bedoelde plantsoen, parkeer de auto, stap uit en sta oog in oog met de Bonte kraai. Zo snel heb ik nog nooit een vogel gevonden.



Aalscholver, Kuifaalscholver, Zilvermeeuw


Winterkoning
Zilvermeeuw laat schelp vallen
Graspiepers

Roodborst
Tapuit

 
Drieteenstrandloper
Scholekster
Kleine burgemeester links


Roodkeelduiker
Kleine jager (de donkere vogel) valt meeuw aan


Drieteenmeeuw
Kuifaalscholver
Bonte kraai