De zon staat zo laag dat er grote schaduwen vallen, vogels fotograferen is derhalve vrijwel uitgesloten. Bovendien laten ze zich nauwelijks zien. Ik ben een poosje niet geweest en zie dat het nieuwe deel van de begraafplaats klaar is, een boeddhistisch inslag heeft het gekregen. Wat eerst lopers uit het schaakspel lijken, wel heel veel, met hun kopjes net boven de heggen uitstekend, blijken potten te zijn die spiegelen in het water. Eenden zitten aan de kant.
Op de terugweg langs de Omval fotografeer ik boven het nieuwe Philips-logo een mannetje Slechtvalk.
J. C. BLOEM (1887-1966)
INSOMNIA
Denkend aan de dood kan ik niet slapen,En niet slapend denk ik aan de dood,
En het leven vliet gelijk het vlood,
En elk zijn is tot niet-zijn geschapen.
Hoe onmachtig klinkt het schriel `te wapen',
Waar de levenswil ten strijd mee noodt,
Naast der doodsklaroenen schrille stoot,
Die de grijsaards oproept met de knapen.
Evenals een vrouw, die eens zich gaf,
Baren moet, of ze al dan niet wil baren,
Want het kind is groeiende in haar schoot,
Is elk wezen zwanger van de dood,
En het voorbestemde doel van 't paren
Is niet minder dan de wieg het graf.
Gaai in een taxus, luisterend naar de klik van de camera |
eeuwige slaap |
Gepensioneerd officier van gezondheid werd maar 69 jaar |
Zorgvlied in de herfst |
De schaaklopers |
Breitnertoren |
Slechtvalk |
Geen opmerkingen:
Een reactie posten